Een artikel van een zonne-energieleverancier dat de loftrompet bovenhaalt voor fossiele energie? Jazeker. De afgelopen honderd jaar hebben fossiele brandstoffen onze samenleving op quasi elk vlak en quasi voor iedereen verbeterd. We leven langer, zijn gezonder, hebben meer vrijheid en reizen op amper een dag de wereld rond. De lijst is eindeloos. En toch is het tijd om onze oude vriend de rug toe te keren.
Een comfortabele wurggreep
Wie de documentaire A Life on Our Planet van David Attenborough zag, weet dat het niet slim is om nog langer met fossiele brandstof door te gaan. Onze planeet zit intussen namelijk in de extra tijd. Van een wedstrijd die al zo’n veertig jaar bezig is. Fossiele reuzen als Exxon en Shell waarschuwden toen zélf voor de desastreuze gevolgen van een wereldwijde en grootschalige CO2-uitstoot.
Sinds de jaren ‘90 stopten Shell en Exxon met die voorlichting over klimaatverandering. In de plaats kwamen campagnes over de rol van de mens in het klimaatprobleem – kijk zeker eens op ShellWatch en oordeel zelf wat de rol van Shell is in de globale energietransitie. Samen met een grootschalige lobby tégen het klimaatbeleid en vóór meer energieverbruik, zijn dit de redenen waarom onze economie nu verstrikt zit in een comfortabele – maar stilaan dodelijke –, fossiele wurggreep.
Tijdens de ontwikkeling van onze moderne samenleving waren kool, gas en olie nu eenmaal de meest rendabele energiebronnen. Simpelweg omdat ze in overvloed beschikbaar waren. Met de kennis die er toen was, was er ook geen reden om te zoeken naar alternatieve energiebronnen. De gevolgen van de uitstoot kwamen pas aan het licht toen grote investeringen al gemaakt waren.
Spoelen we door naar de 21e eeuw, dan spreken we vandaag van een heel ander verhaal. Zonne-energie, windenergie en andere duurzame energiebronnen ontwikkelen zich in hoog tempo. Niets lijkt de revolutie nog te kunnen stoppen. En toch gaat het niet snel genoeg om de CO2-uitstoot te verlagen tot het punt waarop de aarde onder een opwarming blijft van 2 °C. Hoe komt dit en wat kunnen we er aan doen?
Het fossiele infuus
Laten we even teruggaan naar de fossiele reuzen. Als zij naar Brussel komen, gaan alle deuren open. De vijf grootste olie- en gasmaatschappijen investeerden tussen 2010 en 2019 zo’n 250 miljoen euro in de Europese fossiele energielobby. Bij de nieuwe Europese Green Deal zaten zij mee aan de onderhandelingstafel. Resultaat? Een belastingvermindering of gehele belastingvrijstelling voor fossiele brandstoffen ter waarde van – houdt u vast – 137 miljard euro per jaar. Dat is wat ze noemen een mooi rendement. Wereldwijd krijgen fossiele brandstoffen 36 keer méér subsidies dan groene alternatieven.
“Wereldwijd krijgen fossiele brandstoffen 36 keer méér subsidies dan groene alternatieven.”
Ondanks al die subsidies krijgen de fossiele energiereuzen wel klappen. NextEra Energy, de grootste leverancier van zonne- en windenergie ter wereld, stak ExxonMobil voorbij als grootste energieleverancier van Amerika. Een historisch moment dat bewijst in welke richting de markt verschuift. Ook Shell heeft besloten om het budget voor het opboren van olie te verminderen met maar liefst 40%. Dat er rake klappen vallen in fossiele hoek, heeft natuurlijk te maken met de coronacrisis. Daardoor is de vraag naar grijze energie gekelderd.
Investeerders zijn niet blind voor de ontwikkelingen op de energiemarkt. Door de wereldwijde klimaataanpak zien ze dat het grote geld niet meer in boorplatformen zit. En dus investeren ze in technologieën die duurzame energie kunnen opwekken en opslaan. De prijzen van duurzame energiebronnen zijn de afgelopen jaren dan ook spectaculair gedaald. Zo is zonne-energie vandaag bijna overal te wereld goedkoper dan fossiele bronnen.
Voorbij het kantelpunt
Het zogenaamde grid parity is daarmee bereikt. Dat is het punt waarop ongesubsidieerde energie goedkoper is dan energie uit kool, olie of gas. Het lijkt een te verwaarlozen verschil, maar u kunt het vergelijken met het verschil tussen 0 en 1 graden. Het is een klein verschil, maar wel het verschil tussen ijs en water. Het verschil tussen een markt die is vastgevroren en een markt waarin innovaties elkaar exponentieel opvolgen.
Het grote gevolg daarvan ziet u op onze daken: het aantal zonnepanelen in het straatbeeld is de laatste jaren enorm gestegen. De grote vraag over wie de energietransitie gaat betalen, is makkelijk te beantwoorden als u weet waar het geld naartoe gaat.
Wij vragen niet dat er subsidies naar duurzame energie gaan, maar wél dat er minder geld vloeit naar een industrie die het behalen van de wereldwijde klimaatdoelen onmogelijk maakt. Zo strijden we met gelijke wapens en laten we de markt spelen.
De samenleving heeft veel te danken aan de fossiele industrie. Maar vandaag is het tijd dat onze oude, grijze vriend van zijn pensioen gaat genieten. Daarom moet de geldkraan dicht. En moet ook de politieke inspraak weg. Zo krijgt de nieuwe generatie groene alternatieven – ook zonder wereldwijde subsidies – de ruimte om op een natuurlijke manier de markt over te nemen.